
7 verschillen tussen westerse voeding en oervoeding
De ontwikkeling van het huidige westerse voedingspatroon begon ongeveer 10.000 jaar geleden met de introductie van landbouw en veeteelt. De mens was niet langer meer afhankelijk van jagen en verzamelen. Men ging het voedsel naar zich toe halen. Dit leidde tot de introductie van granen en zuivel en een toename in de consumptie van vlees. De ontwikkelingen kwamen in een stroomversnelling tijdens de Industriële Revolutie. Het verwerken van voedingsmiddelen werd toen makkelijker. Ook werd het mogelijk om combinaties van voedingsstoffen te maken die in de natuur niet voorkomen (bijvoorbeeld gehard vet en geraffineerde suiker in een koekje).
Het gemiddelde westerse dieet bestaat nu voor meer dan 70% uit granen, zuivel, geraffineerde suiker, plantaardige oliën en alcohol. Voedingsmiddelen die de mens 10.000 jaar geleden (bijna) niet tot zijn beschikking had.
7 punten van verschil
Het huidige westerse voedingspatroon verschilt op zeven belangrijke punten van de oervoeding die onze voorouders consumeerden, namelijk:
- De glycemische lading is hoger (er zitten meer makkelijk opneembare suikers in de voeding).
- De voeding bevat meer verzadigd vet en de vetzuurbalans is verstoord.
- De voeding bevat in verhouding meer koolhydraten en vetten dan eiwitten.
- De hoeveelheid vitaminen en mineralen die we binnenkrijgen is afgenomen.
- De voeding is zuurder geworden (verstoorde zuur-base balans).
- De voeding bevat te veel natrium, met name uit keukenzout (verstoorde natrium-kalium balans).
- De hoeveelheid vezels is drastisch afgenomen.
Terug naar oervoeding?
Helemaal terug gaan naar oervoeding lijkt me niet haalbaar. Zie jij jezelf iedere dag de bossen intrekken op zoek naar eetbare bessen? Daarnaast is het ook niet zinvol. We leven immers in andere tijden. We kunnen echter wel veel leren van de manier waarop onze voorouders aten. Door volwaardig te eten zullen de 7 punten die ik hierboven noemde vanzelf verbeteren en dit komt je algehele gezondheid ten goede.
Volwaardige voeding is zo min mogelijk bewerkt en rijk aan minimaal een halve kilo groente en 2 stuks fruit per dag, portie peulvruchten, volkoren granen en goede vetten uit vis en noten. Op deze manier verbetert de glycemische lading in je voeding, herstel je de vetzuurbalans én eet je meer vezels! Dit is zeker belangrijk voor mensen met het metabool syndroom.
Als laatste tip wil ik je nog meegeven dat mindful eten ook erg kan helpen in het maken van de juiste voedselkeuzes. Daar schreef ik eerder dit over: Mindful eten is bewuster leven.