
Suiker, zoetstoffen en je darmen
Suiker kan een negatieve invloed hebben op je darmen. Je kunt bij een teveel aan suiker in je voeding diarree, buikpijn of een opgeblazen gevoel krijgen. Suiker staat in een slecht daglicht, omdat een overschot aan suiker in de voeding de kans op de ontwikkeling van overgewicht en diabetes type 2 verhoogt. Daarom bestaan er tegenwoordig veel light-producten die gezoet zijn met zoetstoffen. Maar of dit nu zoveel beter is voor je darmen?
Suiker, tafelsuiker of ook sacharose genoemd, bestaat uit twee bouwsteentjes, namelijk fructose en glucose. Je lichaam gaat op verschillende manieren met deze stoffen om. Fructose wordt na opname via de darmen direct naar de lever gebracht die de stof verder verwerkt. Glucose wordt opgenomen in de bloedbaan en kan onder invloed van insuline de lichaamscellen in en deze voorzien van energie. Glucose is een belangrijke brandstof van het lichaam.
Suiker is daarom niet per definitie slecht voor je. Het is, zoals met alles, de hoeveelheid die je binnenkrijgt die bepaald of het een ongunstig effect heeft op je gezondheid. Daarnaast speelt ook de bron van de suikers een rol. Toegevoegde suiker, of vrije suikers, zoals in koek, snoep en vruchtendrank geven grotere problemen dan suiker in groente en fruit. Dat komt doordat in groente en fruit ook veel andere stoffen zitten, waaronder vezels. Hierdoor is het suiker niet direct en gemakkelijk beschikbaar voor het lichaam, waardoor het suiker langzamer opgenomen wordt in het lichaam. Dit is minder belastend voor het lichaam, dan de vrije suikers in ongezonde producten. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft daarom het advies uitgebracht om niet meer dan 50 gram vrije suikers per dag binnen te krijgen. Dat klinkt veel, maar met 2 glazen cola zit je al aan deze limiet.
Dit advies is uitgebracht om de kans op overgewicht en tandbederf terug te dringen, maar suiker en in het bijzonder fructose, kan ook invloed hebben op je darmen.

Fructose en darmproblemen
Fructose is een monosaccharide en behoort tot de FODMAP’s. Als de dunne darm niet goed fructose kan opnemen, of als er teveel fructose in de voeding zit, dan komt de monosaccharide in de dikke darm terecht. De aanwezige darmbacteriën gaan fructose vervolgens fermenteren, waardoor er gisting optreedt. Hierbij komen gassen en zuren vrij die buikklachten kunnen geven zoals kramp, winderigheid, een opgeblazen gevoel en diarree.
Voedingsmiddelen die (relatief) veel fructose bevatten zijn honing, artisjokken, asperges, cacao, champignons, appel, peer, mango, kauwgom, ontbijtkoek, sausjes, suikerstroop en vruchtensappen. Daarnaast wordt er tegenwoordig vaak fructose toegevoegd aan ‘natuurlijke’ of ‘suikervrije’ producten, zoals koek en gebak, en glutenvrije producten. Volg je het FODMAP-dieet of heb je samen met een diëtist bepaald dat je overgevoelig bent voor fructose, dan zul je dus goed de etiketten van producten moeten lezen.
Je kunt al snel de neiging hebben om veel groente en fruit uit je voeding te laten, omdat deze mogelijk buikklachten geven door fructose. Dit is echter onverstandig, omdat je dan te weinig vitaminen, mineralen en vezels binnenkrijgt die essentieel zijn voor een goede gezondheid. Groente- en fruitsoorten die je waarschijnlijk gewoon kunt eten zijn: aardappel, andijvie, boerenkool, courgette, sperziebonen, spinazie, tomaten, avocado, bananen, citrusfruit, kiwi en komkommer. Deze gezonde producten bevatten weinig fructose of hebben een gunstige glucose-fructose verhouding, waardoor er een kleinere kans is dat je er buikklachten van krijgt. Probeer dit voor jezelf uit.
Zoetstoffen
Om de inname van toegevoegde suiker te beperken, wordt suiker geregeld vervangen voor, al dan niet, kunstmatige zoetstoffen. De inname van zowel glucose als fructose wordt op deze manier beperkt. Deze zoetstoffen zijn verbindingen zoals sorbitol, xylitol, steviolglycosiden, aspartaam, sucralose , acesulfaam-K of trehalose. De eerste twee zijn polyolen en vallen, net als fructose, onder de FODMAP’s. Veel mensen met een fructose-intolerantie zullen deze stoffen ook niet goed verdragen en er diarree of buikpijn van krijgen. Het zijn voor deze PDS’ers dus geen goede vervangers van suiker of fructose.
Eind 2018 werd er een wetenschappelijke studie gepubliceerd waaruit blijkt dat zoetstoffen, zoals aspartaam en acesulfaam-K, mogelijk ook schadelijk zijn voor de darmflora. Ook trehalose gaat niet vrijuit. Een ander wetenschappelijk onderzoek, uitgevoerd door onderzoekers uit Leiden en Amerika, toont aan dat de zoetstof trehalose de groei van de ziekmakende bacterie Clostridium difficile in de hand werkt. Kortom, er komen steeds meer aanwijzingen dat kunstmatige zoetstoffen de samenstelling van onze darmflora kunnen beïnvloeden en dat is voor een kwetsbare groep zoals PDS’ers geen goed nieuws.
Hierbij moet gezegd worden dat er nog veel onduidelijk is rondom de effecten van zoetstoffen op de darmen. We weten bijvoorbeeld niet goed welke hoeveelheid zoetstoffen schadelijke effecten heeft. Wie het zekere voor het onzekere wil nemen, zal daarom helemaal moeten stoppen met het eten van kunstmatige zoetstoffen. Op het etiket worden deze stoffen genoemd met de chemische naam, zoals aspartaam, of met behulp van een E-nummer (E420, E421 en E950-E970).

Conclusie
Zowel suiker als (kunstmatige) zoetstoffen kunnen darmklachten veroorzaken. Sommige van deze stoffen zijn een FODMAP waar je overgevoelig op kunt reageren, zoals fructose of polyolen. Andere effecten liggen mogelijk in het verstoren van de samenstelling van de darmflora. Als je PDS hebt, doe je er daarom goed aan om de inname van deze stoffen samen met een diëtist eens goed onder de loep te nemen. Door kunstmatige zoetstoffen uit je voeding te laten en de inname van toegevoegde suikers te beperken, heb je mogelijk minder last van buikklachten. Een gezonde, onbewerkte voeding, rijk aan (fructose-arme) groente, fruit, volkoren granen, peulvruchten, noten en zaden zal je gezondheid in ieder geval ten goede komen.
Dit artikel is eerder verschenen in het tijdschrift Prikkels van de Prikkelbare Darm Syndroombelangenorganisatie.